ID: 10783
Cyriel Verschaeve en de Tweede Wereldoorlog
€3,80
Geen aanbiedingen geplaatst
Omschrijving
Cyriel Verschaeve en de Tweede Wereldoorlog
(Pater Callewaert/Renaat de Deygere)
Dit is het jaarboek 1987 van Colloquium waarin de beweegredenen worden beschreven van Verschaeves houding tijdens de bezetting. Een voorlopige balans aan de hand van dagboekfragmenten van Pater Callewaert (Renaat de Deygere)
Cyriel Charles Marie Joseph Verschaeve (Ardooie, 30 april 1874 Solbad Hall, 8 november 1949), was een Vlaams-nationalistisch priester en letterkundige. Wegens zijn collaboratie tijdens de Duitse bezetting van België in de Tweede Wereldoorlog en zijn Belgische terdoodveroordeling in 1946, is hij omstreden.
Tijdens de zomer van 1940 schrijft Verschaeve Het Uur van Vlaanderen waarin hij zijn sympathie voor het Nazi-Duitsland uiteenzet. Op 6 november 1940 wordt hij door het Duitse Militaire Bestuur aan het hoofd van de Vlaamse Cultuurraad gezet (met Jef van de Wiele van DeVlag als secretaris). De Belgische bisschoppen en diocesane clerus bezien zijn collaboratie met argusogen, maar grijpen desondanks uit angst voor represailles niet in.
In december 1940 zegt hij in een toespraak: "Duitschland, 't allerrijkste kultuurland, reikt ons de hand tot samenwerking. Waarom zouden wij het wantrouwen? Waarom zou Duitschland verkiezen met knechten dan met vrienden samen te werken?".
In de zomer van 1941 tijdens de Duitse Operatie Barbarossa levert hij zijn volle steun aan het Vlaams Legioen en bewierookt hij de Oostfronters ("Deze oorlog is heilig, omdat hij gestreden wordt voor iets heiligs: het leven en al wat het voor schoonheid inhoudt."). Verblind door zijn eigen ideologie verantwoordt Verschaeve zijn gedrag aan vrienden, nooit ontrouw wordend aan zijn zelfgekozen levensethos, zijn verlangen naar grootsheid, zijn bewondering voor historische heldenfiguren.
Verschaeve koos in de tweestrijd tussen het VNV en het nazistische DeVlag steeds meer partij voor DeVlag.
Tevens drukt hij zich steeds meer vol bewondering en verheerlijking van het Duitse Rijk uit, ofschoon Verschaeve vele politieke gebeurtenissen in de oostelijke bezette gebieden en ook de ideologische conflicten met Engeland niet weet te plaatsen. Zijn uitingen dragen het kenmerk van een wereldvreemde romanticus die nazi-Duitsland met het cultuur-Duitsland van Richard Wagner en Goethe verwisselt. Nochtans was hij goed thuis en gewaardeerd in nazi-Duitsland. In 1944 wordt de dan zeventigjarige Verschaeve door de nazi's tot doctor honoris causa gepromoveerd aan de Universiteit van Keulen.
In juli 1944 had Verschaeve een ontmoeting met Heinrich Himmler waarbij hij poogde om de eigenheid en autonomie van het Vlaamse volk tegenover de Reichsführer-SS te verdedigen. Deze ontmoeting leidde, mede door het verloop van de oorlogsgebeurtenissen, niet tot resultaten. Bovendien botste Verschaeves katholieke en Vlaamse referentiekader sterk met de nieuw-heidense en Groot-Germaanse idealen van Himmler.
Eind augustus 1944 wordt hij door een SS-eenheid naar Duitsland geëvacueerd, waar hij adviseur wordt van de Vlaamsche Landsleiding onder leiding van Jef van de Wiele en verblijft in het kasteel Waldeck-Pyrmont. Namens de Landsleiding spreekt hij zich in een bijeenkomst in Potsdam uit tegen het bestoken van Antwerpen met V1-bommen. Hij beklaagt zich in een brief aan Heinrich Himmler over de tegenwerking door de VNV-leiding van Hendrik Elias.
Vanaf 1 november logeert hij in het kasteel Gross-Priessen bij de adellijke familie Chotek. In april 1945 komt de vluchtende Verschaeve uiteindelijk in Oostenrijks Tirol terecht, dat tot 8 mei - het einde van de oorlog in Europa - in handen van de Wehrmacht blijft. Hij vindt als politiek vluchteling een onderkomen in de pastorie van Solbad Hall in Tirolwaar hij ten slotte op 8 november 1949 na een ziekte overlijdt. Op zijn sterfbed spreekt hij tot zijn vriend Dirk Vansina: Ik vraag gerechtigheid." Vansina antwoordt: Ik zal voor u de gerechtigheid der liefde vragen."
Ondertussen was hij in 1946 in Brugge wegens collaboratie bij verstek tot de doodstraf door het vuurpeloton veroordeeld. Op 12 november 1947 werd Verschaeve bij vonnis geveld door de Krijgsraad te Brugge van de Belgische nationaliteit vervallen verklaard.
Paperback, 326 pag, geïllustreerd
Uitg. Colloquium, 1987
ISBN: geen
· Alleen verzenden, niet ophalen
· Op biedingen die te laag zijn wordt niet gereageerd
· Op biedingen die acceptabel zijn wordt snel gereageerd
· Boeken worden na ontvangst van betaling meteen verstuurd
(Pater Callewaert/Renaat de Deygere)
Dit is het jaarboek 1987 van Colloquium waarin de beweegredenen worden beschreven van Verschaeves houding tijdens de bezetting. Een voorlopige balans aan de hand van dagboekfragmenten van Pater Callewaert (Renaat de Deygere)
Cyriel Charles Marie Joseph Verschaeve (Ardooie, 30 april 1874 Solbad Hall, 8 november 1949), was een Vlaams-nationalistisch priester en letterkundige. Wegens zijn collaboratie tijdens de Duitse bezetting van België in de Tweede Wereldoorlog en zijn Belgische terdoodveroordeling in 1946, is hij omstreden.
Tijdens de zomer van 1940 schrijft Verschaeve Het Uur van Vlaanderen waarin hij zijn sympathie voor het Nazi-Duitsland uiteenzet. Op 6 november 1940 wordt hij door het Duitse Militaire Bestuur aan het hoofd van de Vlaamse Cultuurraad gezet (met Jef van de Wiele van DeVlag als secretaris). De Belgische bisschoppen en diocesane clerus bezien zijn collaboratie met argusogen, maar grijpen desondanks uit angst voor represailles niet in.
In december 1940 zegt hij in een toespraak: "Duitschland, 't allerrijkste kultuurland, reikt ons de hand tot samenwerking. Waarom zouden wij het wantrouwen? Waarom zou Duitschland verkiezen met knechten dan met vrienden samen te werken?".
In de zomer van 1941 tijdens de Duitse Operatie Barbarossa levert hij zijn volle steun aan het Vlaams Legioen en bewierookt hij de Oostfronters ("Deze oorlog is heilig, omdat hij gestreden wordt voor iets heiligs: het leven en al wat het voor schoonheid inhoudt."). Verblind door zijn eigen ideologie verantwoordt Verschaeve zijn gedrag aan vrienden, nooit ontrouw wordend aan zijn zelfgekozen levensethos, zijn verlangen naar grootsheid, zijn bewondering voor historische heldenfiguren.
Verschaeve koos in de tweestrijd tussen het VNV en het nazistische DeVlag steeds meer partij voor DeVlag.
Tevens drukt hij zich steeds meer vol bewondering en verheerlijking van het Duitse Rijk uit, ofschoon Verschaeve vele politieke gebeurtenissen in de oostelijke bezette gebieden en ook de ideologische conflicten met Engeland niet weet te plaatsen. Zijn uitingen dragen het kenmerk van een wereldvreemde romanticus die nazi-Duitsland met het cultuur-Duitsland van Richard Wagner en Goethe verwisselt. Nochtans was hij goed thuis en gewaardeerd in nazi-Duitsland. In 1944 wordt de dan zeventigjarige Verschaeve door de nazi's tot doctor honoris causa gepromoveerd aan de Universiteit van Keulen.
In juli 1944 had Verschaeve een ontmoeting met Heinrich Himmler waarbij hij poogde om de eigenheid en autonomie van het Vlaamse volk tegenover de Reichsführer-SS te verdedigen. Deze ontmoeting leidde, mede door het verloop van de oorlogsgebeurtenissen, niet tot resultaten. Bovendien botste Verschaeves katholieke en Vlaamse referentiekader sterk met de nieuw-heidense en Groot-Germaanse idealen van Himmler.
Eind augustus 1944 wordt hij door een SS-eenheid naar Duitsland geëvacueerd, waar hij adviseur wordt van de Vlaamsche Landsleiding onder leiding van Jef van de Wiele en verblijft in het kasteel Waldeck-Pyrmont. Namens de Landsleiding spreekt hij zich in een bijeenkomst in Potsdam uit tegen het bestoken van Antwerpen met V1-bommen. Hij beklaagt zich in een brief aan Heinrich Himmler over de tegenwerking door de VNV-leiding van Hendrik Elias.
Vanaf 1 november logeert hij in het kasteel Gross-Priessen bij de adellijke familie Chotek. In april 1945 komt de vluchtende Verschaeve uiteindelijk in Oostenrijks Tirol terecht, dat tot 8 mei - het einde van de oorlog in Europa - in handen van de Wehrmacht blijft. Hij vindt als politiek vluchteling een onderkomen in de pastorie van Solbad Hall in Tirolwaar hij ten slotte op 8 november 1949 na een ziekte overlijdt. Op zijn sterfbed spreekt hij tot zijn vriend Dirk Vansina: Ik vraag gerechtigheid." Vansina antwoordt: Ik zal voor u de gerechtigheid der liefde vragen."
Ondertussen was hij in 1946 in Brugge wegens collaboratie bij verstek tot de doodstraf door het vuurpeloton veroordeeld. Op 12 november 1947 werd Verschaeve bij vonnis geveld door de Krijgsraad te Brugge van de Belgische nationaliteit vervallen verklaard.
Paperback, 326 pag, geïllustreerd
Uitg. Colloquium, 1987
ISBN: geen
· Alleen verzenden, niet ophalen
· Op biedingen die te laag zijn wordt niet gereageerd
· Op biedingen die acceptabel zijn wordt snel gereageerd
· Boeken worden na ontvangst van betaling meteen verstuurd